Nieuwsgierig ga ik mee op avontuur naar de wereld van het fantasiespel, waar kinderen doen alsof ze vader, moeder, baby of poes zijn en in hun rol dagelijkse vertrouwde rituelen op hun eigen manier nog eens ervaren en manipuleren. Zo worden de baby’s door hun moeder naar de crèche gebracht en ’s avonds weer lekker in bed gestopt. Maar er zijn ook prinsessen in betoverende tuinen, toverdrankjes, gemene stiefmoeders, weggelopen kinderen, en superhelden die garant staan voor avontuur en actie.
In de wereld van fantasie en verbeelding begrijpen jonge kinderen elkaar. Alles is met elkaar verbonden in de verhalen die ze uitspelen. Deze verhalen van kinderen, geïnspireerd door prentenboeken, verhalen, televisie en gebeurtenissen uit het dagelijks leven, krijgen in het spel op een unieke manier vorm. Fantasie of werkelijkheid, voor het kind is het belangrijk en heeft het betekenis. Spel is een duidelijke wereld. Kinderen weten van elkaar wat ze aan het doen zijn. Zoals de Amerikaanse kleuterjuf, onderzoeker en schrijfster Vivian Gussin Paley* opmerkt:
‘Niet één kind vraagt: “Wat is iedereen hier aan het doen? Wie zijn die kruipende, hurkende, klimmende mensen?” Er is geen verwarring, alleen het verlangen om met iemand mee te spelen of een klasgenootje te overtuigen om mee te doen in jouw verhaal.’